Net voor 1 augustus sloten de VS en de EU een handelsakkoord. Commissievoorzitster von der Leyen moest daartoe naar Trumps golfresort in Schotland. Bij een eerste lezing weerspiegelde ook de deal de machtsverhoudingen tussen de twee. Of heeft Europa stiekem toch beter onderhandeld dan eerst bleek?
De wind van voren
Na het bekendmaken van de deal leek de EU plat op de buik gegaan voor Trump. De Europese producten
werden onderworpen aan een invoertarief van 15%, met vliegtuigen, bepaalde chemische producten en
generische geneesmiddelen als uitzondering. Bovendien engageerde de EU zich om de komende 3 jaar voor 750bln US dollar aan energieproducten in de VS te kopen, en om er tegen 2029 voor 600bln US
dollar te investeren. De EU kreeg in ruil alleen wat lege beloftes over stabiliteit en voorspelbaarheid. Voor zover een akkoord met Trump ooit enige garantie op stabiliteit oplevert. Geen wonder dus dat
von der Leyen zowel vanuit publieke als politieke hoek flink de wind van voren kreeg.
Verzachtende omstandigheden
In de dagen daarna begon deze negatieve visie toch wat te kantelen. Dat de aloude Europese verdeeldheid het onderhandelingsmandaat van von der Leyen verregaand heeft verzwakt, was een
eerste verzachtende omstandigheid. De Duitsers wilden tot elke prijs de belangen van hun al zwaar getroffen autoindustrie vrijwaren. Voor Frankrijk was het belangrijk dat de vliegtuigen van Airbus
buiten schot bleven. Zo had elk land wel iets en moest de EU werken met een erg zwak mandaat. Daarnaast was er de vrees dat een ontevreden Trump zich na een net teruggevonden broze eenheid alsnog zou terugtrekken uit militaire allianties en de steun aan Oekraïne. Kortom, Europa betaalde nu
de onvermijdelijke geopolitieke prijs voor zijn jarenlange onderinvestering in defensie.
Protectionism doesn’t protect
Of zit er toch een veel gewiekstere strategie achter de Europese houding? Er wordt namelijk een fundamentele economische waarheid uit het oog verloren: een handelsoorlog kent nooit winnaars. Ook
niet de Amerikanen, want “protectionism doesn’t protect”; omdat de Amerikaanse consument het leeuwendeel van de 15% invoerheffing zal moeten betalen en een tweede keer zal worden getroffen als de door tolmuren beschermde binnenlandse producenten ook hun prijzen gaan optrekken. En omdat de economie minder efficiënt en dynamisch gaat worden. Verder werd snel duidelijk dat de grote aankoop- en investeringsbeloftes van de EU in essentie lege dozen zijn. De VS kan onmogelijk de afgesproken hoeveelheden aan energieproducten leveren. En de investeringen moeten komen van private bedrijven waar de EU geen zeggenschap over heeft. Dat belangrijke economischeindicatoren, zoals banengroei en activiteit in de dienstensector, intussen op een duidelijke vertraging van de Amerikaanse economie
wijzen, is misschien een eerste aanwijzing dat de Europese strategie nog zo gek niet is. De tijd zal misschien milder oordelen over von der Leyen’s deal…
Artikel verschenen in Voka Ondernemen