Laat ons van wal steken met te verduidelijken dat er helemaal niets mis is met de maatschap als structuur. Het is meer dan ooit een soepel instrument om een vermogen te organiseren, al dan niet gecombineerd met een successieplanning.
U heeft de laatste weken genoeg kunnen lezen dat de maatschap straks geregistreerd moet worden in het KBO-register (Kruispuntbank Ondernemingen) en eveneens in het UBO-register (Ultimate Beneficial Owner). Het bestaan van uw maatschap en de identiteitsgegevens van enkele aandeelhouders zal vanaf april 2019 publieke informatie worden. Voorlopig blijven de financiële gegevens over het vermogen van de maatschap nog discreet ten opzichte van nieuwsgierige burgers.
Relativeren
De impact van deze nieuwe wetgeving moeten we enigszins relativeren. De maatschap blijft een fiscaal transparante structuur, dus op dat vlak wijzigt er niets. Ook qua toepassingsmogelijkheden blijft alles onveranderd. De maatschap is nog steeds een contractuele samenwerkingsvorm die heel veel maatwerk toelaat in het kader van het beheer van een (roerend) privé vermogen.
Sommigen beweren dat huidige registratieverplichting een voorbode is van een heksenjacht op grote vermogens of zelfs de opstap naar een (bijkomende) vermogensbelasting. Hieronder enkele mogelijkheden voor wie schrik heeft van deze publicatie.
De maatschap ontbinden
Wie van mening is dat een controlestructuur niet langer nodig is omdat de kinderen voldoende op eigen benen staan of omdat de ouders niet langer een vinger aan de pols wensen inzake het beheer van het familievermogen, kan overgaan tot het liquideren van de maatschap. Dit vereist enkel het (unaniem) akkoord van de vennoten in de maatschap. Het vermogen van de maatschap wordt vervolgens verdeeld overeenkomstig het respectievelijk percentage aandeel-houdersschap.
Gezien de fiscale transparantie van de maatschap heeft dit geen bijkomende taxaties tot gevolg. Vrij eenvoudig dus, maar men verliest als ‘pater familias’ dan ook elke controle of zeggenschap over het vermogen van de maatschap.
Vruchtgebruikt
Wie aan de vooravond staat van een nog uit te voeren successieplanning, kan als alternatief voor de maatschap, gebruik maken van een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik. Dit verloopt via een notariële schenkingsakte waarbij de schenker voor zichzelf de controle en inkomsten kan voorbehouden. Er vindt wel degelijk een vermogensoverdracht plaats, maar dan enkel in naakte eigendom.
Sedert enige tijd is het weer toegelaten om dergelijke schenkingsaktes te laten verlijden door een buitenlandse notaris, zodat men de Belgische schenkbelasting (3% of 7%) kan vermijden. De keerzijde is wel dat bij een overlijden van de schenker binnen de 3 jaar na de akte, er alsnog erfbelasting (tot 27% in de rechte lijn) verschuldigd is.
Stel nu dat het niet langer nodig is om de volledige zeggenschap te behouden en dat een louter vetorecht voor u voldoende is, dan kan u de maatschap ontbinden en eventueel overgaan tot een gewone onverdeeldheid.
Gewone onverdeeldheid
In se is de maatschap een onverdeeld vermogen dat door de ‘maten’ wordt samengebracht en waarbij in de statuten vergaande afspraken gemaakt worden omtrent de winst/verliesverdeling, beheer en duurtijd. Indien we de maatschap opdoeken, zonder het vermogen te verdelen, dan houden we een onverdeeld vermogen over. Een onverdeeldheid is geen ‘vennootschapsvorm’ zoals de maatschap en is niet onderhevig aan bovenstaande registratieverplichtingen.
Er kunnen eveneens enkele afspraken schriftelijk vastgelegd worden, mits unaniem akkoord van alle onverdeelde mede-eigenaars. Zo kan men met betrekking tot een onverdeelde effectenportefeuille afspreken dat de kinderen niet over de gelden kunnen beschikken zonder het akkoord van de ouders. Of dat de kinderen pas vanaf een bepaalde leeftijd enkel kleinere bedragen kunnen opvragen.
Hier heeft de pater familias slechts een vetorecht binnen het kader van die overeenkomst, wat niet gelijkgesteld kan worden met de zeggenschap die een maatschap kan bieden.
Een en ander wordt ook in de beheerdocumenten van de betrokken financiële instelling afgestemd op die onverdeeldheid. De kinderen hebben bijvoorbeeld slechts toegang tot de rekening mits het voorleggen van de handtekeningen (lees: het akkoord) van de ouders, enz. Een gewone onverdeeldheid kan in bepaalde gevallen volstaan.
Wie de discretie niet wil opgeven kan dus terugvallen op alternatieven die een gelijkaardig doel nastreven. Ga te rade bij een ervaren vermogensplanner om samen met u de voor- en nadelen goed af te wegen.
Artikel gepubliceerd in Voka Ondernemers editie West-Vlaanderen.