In november vorig jaar berichtten wij u reeds over de op stapel staande effectentaks 2.0. Op 26 februari 2021 is deze vernieuwde taks in werking getreden onder de noemer “jaarlijkse taks op effectenrekeningen”.
Hoewel de huidige taks qua vorm op de vorige lijkt, zijn er toch wezenlijke verschillen:
1/ De nieuwe effectentaks viseert niet langer de titularis van een effectenrekening doch wel de effectenrekening zelf, voor zover deze rekening een gemiddelde waarde van meer dan 1 miljoen euro heeft. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt of de effectenrekening door een natuurlijke persoon dan wel door een rechtspersoon wordt aangehouden.
2/ De geviseerde effectenrekeningen zijn deze die door een Belgische inwoner worden aangehouden in België of het buitenland, én de effectenrekeningen die een buitenlander in België aanhoudt (tenzij deze zich kan beroepen op een dubbelbelastingverdrag dat de heffingsbevoegdheid aan diens woonstaat toekent, zoals Nederland en Luxemburg. Belgische rekeningen van Fransen, Britten en Amerikanen zijn dan weer niet vrijgesteld).
3/ Met het aantal rekeninghouders of de aard (vruchtgebruiker, naakte eigenaar, natuurlijk persoon, rechtspersoon) wordt geen rekening gehouden.
Hoeveel?
Wanneer de effectenrekening een gemiddelde waarde heeft van meer dan 1 miljoen euro, is vanaf de eerste euro 0,15% taks verschuldigd.
Deze gemiddelde waarde wordt berekend aan de hand van 4 referentietijdstippen (31/12 – 31/03 – 30/06 – 30/09). De waardes op deze tijdstippen worden opgeteld en gedeeld door het aantal referentietijdstippen.
In termen van de effectentaks loopt een jaar van 1 oktober tot 30 september. Dit eerste jaar begint echter op 26 februari om te eindigen op 30 september 2021 en zal dus slechts 3 referentietijdstippen tellen. Indien een effectenrekening afgesloten wordt vóór het einde van het referentiejaar (30/09) zal enkel rekening gehouden worden met de waarde op de beschikbare referentietijdstippen.
Timing?
In de loop van de maand oktober zal CapitalatWork haar klanten, wiens rekening onderhevig is aan de taks, een overzicht sturen met vermelding van de verschuldigde belasting. Dit bedrag zal vervolgens automatisch van de rekening gedebiteerd worden en samen met de bevrijdende aangifte doorgestuurd worden naar de fiscale administratie. Als klant hoeft u dus niets zelf te ondernemen.
Personen met een buitenlandse effectenrekening die onderhevig is aan de effectentaks moeten in principe zelf de aangifte en betaling doen, doch de buitenlandse financiële instelling kan ervoor kiezen om dit namens haar Belgische klanten te doen.
Wanneer we dieper ingaan op de werking van de wet op de effectentaks, merken we een aantal bijzonderheden op:
1/ De effectentaks leidt soms tot dubbele belasting: indien een belastingplichtige zijn effectenportefeuille overboekt naar een andere bank en daarbij zijn rekening afsluit, dan leidt dit tot een dubbele belasting. De belastingplichtige zal dan zowel bij de oude als bij de nieuwe financiële instelling effectentaks betalen. Het deel dat teveel betaald werd, zal de belastingplichtige kunnen recupereren, via een ingewikkelde procedure.
2/ De effectentaks is een pure vermogensbelasting: door de effectentaks wordt eenzelfde effectenportefeuille op meerdere manieren belast. Op de verhandeling van effecten is taks op de beursverrichtingen (TOB) verschuldigd. Op de uitkering van opbrengsten en/of meerwaarden wordt tot 30% roerende voorheffing en/of meerwaardebelasting (‘Reynderstaks’) betaald. De effectentaks belast nu ook het loutere bezit van deze effectenportefeuille. Een pure vermogensbelasting dus voor portefeuilles boven 1 miljoen euro.
3/ Meerdere rekeningen: de belasting wordt pas geheven wanneer de waarde op een afzonderlijke rekening meer dan 1 miljoen euro bedraagt. Wanneer dat bedrag gespreid is over meerdere rekeningen, waarbij geen enkele rekening meer dan 1 miljoen euro gemiddelde waarde heeft, is er geen taks op de effectenrekeningen verschuldigd.
Antimisbruikbepaling:
Om te vermijden dat men rekeningen zou gaan splitsen om de waarde onder de 1 miljoen euro te brengen, werd een antimisbruikbepaling ingevoerd. Wie sinds 30 oktober 2020 zijn effectenrekening bij eenzelfde financiële instelling over verschillende rekeningen spreidde om zo per rekening niet meer dan 1 miljoen euro als gemiddelde waarde te hebben, zal alsnog op de gecumuleerde waarde belast worden, zonder mogelijkheid tot tegenbewijs. Indien de rekening gespreid wordt over verschillende financiële instellingen zal u slechts aan de taks ontsnappen indien u kan aantonen dat uw beweegreden niet louter fiscaal geïnspireerd is.
Conclusie:
Opnieuw wordt louter bezit van een financieel vermogen belast. De overheid rekent jaarlijks op zo’n 400 miljoen euro aan inkomsten, waarbij de organisatie en uitvoering ten laste komt van de financiële sector. Hoewel er opnieuw vragen rijzen over de grondwettelijkheid verwacht men dat deze effectentaks 2.0 langer overeind zal blijven.
Voor meer informatie kan u rechtstreeks contact opnemen met ons team van (fiscaal) juristen-vermogensplanners via estateplanning@capitalatwork.com