Fiscale maatregelen uit het Arizona-regeerakkoord 2025-2029

In dit nieuwsbericht belichten we een selectie aan geplande maatregelen met impact op u als belegger en/of ondernemer. Wij houden u via een update van dit nieuwsbericht op de hoogte van verdere ontwikkelingen, vermits elk van deze aangekondigde maatregelen nog in detail zal worden uitgewerkt bij het doorlopen van het wetgevend proces.

1. Wat blijft behouden?

Jaarlijkse taks op effectenrekeningen

• Tarief: blijft behouden op 0,15%
• Drempelwaarde: blijft behouden op 1 miljoen EUR
• Toepassingsgebied: voor elke effectenrekening, aangehouden privé of via vennootschap, met een gemiddelde waarde (vier referentiedata) van meer dan 1 miljoen EUR, ongeacht het aantal rekeninghouders
• Misbruik: verstrengde aanpak ontwijkingen wordt vooropgesteld

2. Wat verandert er voor u als belegger?

Solidariteitsbijdrage

• Algemeen tarief: meerwaardebelasting van 10% op gerealiseerde meerwaarde bij verkoop van financiële activa zoals aandelen, obligaties, fondsen en crypto-activa
• Niet retroactief: enkel voor toekomstige gerealiseerde meerwaarde, opgebouwd vanaf het moment van de invoering van de solidariteitsbijdrage
• Vrijstelling voor kleine beleggers: meerwaarden tot 10.000 EUR per jaar worden niet belast, deze voetvrijstelling wordt jaarlijks geïndexeerd
• Aftrekbaarheid van minderwaarden: minderwaarden zijn aftrekbaar binnen hetzelfde jaar, maar kunnen niet overgedragen worden naar volgende jaren

3. Wat verandert er voor u als ondernemer?

Solidariteitsbijdrage

• Getrapt systeem voor aandeelhouder met aanmerkelijk belang van 20% of meer:

Liquidatiereserve

• Doel: regeling liquidatiereserve en VVPRbis op elkaar afstemmen
• Verkorting van de wachttermijn: de wachttermijn voor een fiscaal gunstige uitkering van een liquidatiereserve wordt verkort van 5 jaar naar 3 jaar
• Verhoging van de roerende voorheffing: bij uitkering liquidatiereserve 6,5% in plaats van 5%, voor liquidatiereserves aangelegd vanaf 2026
• Vervroegde uitkeringen: uitkeringen binnen de nieuwe termijn van 3 jaar worden belast aan het standaardtarief van 30% roerende voorheffing

DBI-bevek

• Heffing bij uitstap: een heffing van 5% op de meerwaarde bij uitstap
• Verrekenbaarheid roerende voorheffing: mag verrekend worden met vennootschapsbelasting indien bedrijfsleider zich een minimale bezoldiging toekent van 50.000 EUR (jaarlijks geïndexeerd)

DBI-stelsel

• Verstrenging van de voorwaarden: de participatievoorwaarde voor en tussen grote ondernemingen wordt 10% (drempel behouden) of 4 mio EUR (ipv 2,5 mio EUR nu)
• Aard van de deelneming: de deelneming moet de aard hebben van een financieel vast actief, wat betekent dat de moedermaatschappij een duurzame band met de dochtervennootschap moet hebben

4. Fiscale regularisatie

• Permanent systeem: er wordt opnieuw een permanent systeem van fiscale regularisatie ingevoerd
• Verhoogde tarieven: de tarieven voor fiscale regularisatie worden verhoogd naar 30% voor niet-verjaard kapitaal en 45% voor verjaard kapitaal
• Striktere regels: de regels voor fiscale regularisatie worden strikter om misbruik te voorkomen

Dries Rubens

Senior Estate Planner CapitalatWork NV

Voor meer informatie kan u rechtstreeks contact opnemen met ons team van (fiscaal) juristen-vermogensplanners via estateplanning@capitalatwork.com

CapitalatWork N.V. heeft dit document louter ter informatie van -en gebruik door- haar cliënten opgesteld. Het vormt geen juridisch noch fiscaal advies zoals bedoeld in de wet van 25 april 2014 inzake Raad van Financiële planning. De verdere uitwerking en toetsing van deze informatie dient te gebeuren door een extern juridisch of fiscaal adviseur. Dit document mag, zelfs gedeeltelijk, noch gereproduceerd noch verdeeld worden zonder voorafgaandelijke toestemming van CapitalatWork N.V. Hoewel dit document gebaseerd is op betrouwbare bronnen, kan CapitalatWork N.V. niet verantwoordelijk gesteld worden wat betreft de juistheid of de actualisatie van de in dit document verstrekte informatie. Anti-misbruikmaatregelen werden ingevoerd in onze fiscale wetgeving door de wet van 29 maart 2012 en latere circulaires. Die maatregelen kunnen tot gevolg hebben dat bepaalde planningstechnieken die tot op de dag van vandaag werden aanvaard door de fiscale administratie in vraag kunnen gesteld worden. Het is zeer aangewezen om de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen inzake bepaalde planningsstructuren.