De energie- en inflatiecrisis bezorgt de politiek kopbrekens. De regering wenst dat de begroting van de inwoners klopt, maar dit zal een impact hebben op de begroting van ons land. Hoe de steunmaatregelen zullen betaald worden, moet blijken uit een mix van besparen en belasten. Minister Van Peteghem heeft een blauwdruk klaar voor een brede fiscale hervorming die tegen het jaareinde op de regeringstafel komt. Hieronder enkele voorstellen die belangrijk zijn voor vermogende particulieren.
Verlaging van personenbelasting
Dat beroepsinkomsten in België te zwaar belast worden, is een politieke consensus. Een verlaging van de lasten op arbeid door verschuiving naar andere inkomsten, moet leiden tot een rechtvaardige belasting die de werkzaamheidsgraad en het ondernemerschap stimuleert. Het idee ligt op tafel om de schijf van onbelaste beroepsinkomsten te verhogen tot 13.390 euro per jaar. Een maatregel die werkenden zullen toejuichen. Tegelijk wenst men de tarieven per inkomstenschaal te verlagen met 5%, én het hoogste tarief (50%) zou pas van toepassing worden vanaf een inkomen van meer dan 84.470 euro. Dit zijn belangrijke stappen in de richting van lagere belasting op arbeid. Bovendien zou het toegelaten zijn om jaarlijks tot 6.000 euro onbelast bij te klussen. In ruil zullen bepaalde verloningsvormen zoals eco- en consumptiecheques enz, verdwijnen zodat de uitbetaling in euro opnieuw de norm wordt inzake verloningsbeleid.
Verlaging van vennootschapsbelasting
Ook voor de ondernemingen ziet de fiscale blauwdruk er veelbelovend uit. Het algemeen tarief in de vennootschapsbelasting blijft weliswaar behouden op 25%, wat in lijn ligt met het Europees gemiddelde.
Maar voor de fiscale kmo’s heeft men een stimulans voor ogen. Het huidige tarief voor kmo’s zou verlaagd worden tot 15% (ipv 20%), en bovendien zou dit van toepassing zijn op de eerste 200.000 euro winst (ipv 100.000 euro). Daartegenover staat dat minstens één van de bedrijfsleiders een minimumbezoldiging moet verkrijgen van 45.000 euro, zonder rekening te houden met voordelen van alle aard.
Gelijkschakeling van alle belastingen op vermogensinkomsten
De verschillende fiscale behandeling van roerend en onroerend vermogen duwt investeerders of beleggers in een bepaalde richting. Het doel is om álle inkomsten uit vermogen op éénzelfde manier te belasten, zodat fiscaliteit geen drijfveer is.
De nota spreekt over een vast tarief op alle inkomsten uit vermogen:
– Inkomsten uit verhuur van vastgoed wil men in de toekomst belasten aan 25%, én op basis van de werkelijk ontvangen huur. Dan neemt men afstand van het verouderde systeem van kadastrale inkomens!
– Inkomsten uit beleggingen worden zwaar belast, vandaar dat men hier een verlaging voorziet. De huidige roerende voorheffing (30%) op intresten en dividenden, zou vervangen worden door een tarief van 25%.
– Naar analogie met het belastingvrij bijklussen, wordt er ook voor deze vermogensinkomsten een voetvrijstelling uitgewerkt van 6.000 euro per kalenderjaar.
Daarnaast duikt het spook van de meerwaardebelasting terug op:
– De (netto)meerwaarde bij verkoop van vastgoed, zou getaxeerd worden aan een nieuw tarief van 15%, om het even wanneer die meerwaarde gerealiseerd wordt.
– Ook de meerwaarden op (beursgenoteerde) aandelen wil men op dezelfde manier belasten, zijnde 15% op de (netto)meerwaarde.
– Deze nieuwe meerwaardebelasting op aandelen, zou een afschaffing betekenen van de zeer controversiële effectentaks en de dure beurstaks.
Meerwaardebelasting op aandelen
Of en hoe die meerwaardebelasting toegepast zal worden op een ondernemer die bijvoorbeeld op het einde van zijn loopbaan (de aandelen van) zijn onderneming verkoopt, is momenteel nog niet duidelijk. De voetvrijstelling van 6.000 euro zal hier een schrale troost wezen.
Conclusie
Al bij al betreft het een evenwichtige en goed doordachte hervorming, die ons fiscaal landschap zou egaliseren, moderniseren en drastisch zou vereenvoudigen. Uit het begrotingsconclaaf van 11 oktober blijkt dat de politieke debatten over deze hervorming even vooruitgeschoven worden tot het jaareinde. Hopelijk laat dit uitstel geen opening voor ‘koterij-fiscaliteit’, gestuwd door electorale overwegingen. In tijden van energie- en inflatiecrisis is er voor particulieren en ondernemingen meer dan ooit nood aan een duidelijke en doordachte fiscale hervorming.
Artikel gepubliceerd in Voka Ondernemen.